Hotelstop, nee, tenzij..
Het is druk in Amsterdam en het wordt steeds drukker. Volgens de PvdA loopt de stad tegen zijn grenzen aan. Dat betekent dat er een stevige rem moet komen op de ongebreidelde groei van hotels, short stay en vakantieverhuur. We hebben dan ook reikhalzend uitgekeken naar het nieuwe hotelbeleid van het college.
In stadsdeel Centrum is er in 2013 voor gekozen om geen nieuwe hotelinitiatieven meer in behandeling te nemen in het grootste deel van het Centrum. We hadden graag gezien dat het nieuwe hotelbeleid deze hotelstop voor de hele binnenstad zou doorvoeren. In plaats daarvan is de voorgestelde regel nu “nee, tenzij” voor de hele stad. Het “nee” is mooi, maar we zijn bang dat het “tenzij” de deur wagenwijd openzet voor nieuwe hotels.
Op 12 april (video) konden we onze zorgen delen met wethouder Ollongren. Volgens haar betekent het “nee, tenzij” in de praktijk dat er in delen van de stad geen nieuwe hotels meer bij kunnen komen. Niet alleen moet een hotel waarde toevoegen aan de buurt, er moet ook draagvlak zijn in de buurt en er mogen geen ruimtelijke bezwaren zijn. Dat betekent: geen nieuwe hotels als in de buurt de functiebalans in het geding is of als bewoners het niet willen.
Volgens een meerderheid van de commissie kun je goed onderbouwen dat in grote delen van de binnenstad de functiebalans verstoord is. Het liefst zouden wij dan ook zien dat vooraf wordt vastgelegd dat nieuwe hotels daarom niet mogelijk zijn. Bewoners en pandeigenaren weten dan waar ze aan toe zijn. Wethouder Ollongren is daar wel voor te porren en daarom zijn wij eigenlijk best tevreden met dit nieuwe beleid. Jammer alleen, dat we dat geen hotelstop mogen noemen. Dan had dit verhaal een stuk korter kunnen zijn.
Roeland Rengelink