Standpunt Simon van der Sleen, ONTWAAK!

5 november 2023

 

‘De mystiek mag nooit en te nimmer verwoest worden door de politiek waaraan ze geboorte gaf’, Charles Péguy[1]

 

Na corona, waarin velen zich gingen afvragen wat nou van waarde is, lijkt het leven zijn dagelijkse sleur te hebben hervonden. Elke ochtend weer naar je werk, altijd druk. Altijd vol. Altijd aan. Nederland staat niet voor niets in de top tien van landen met de hoogste arbeidsproductiviteit van de wereld.[2] Elke seconde gedeclareerd, elke handeling geadministreerd, ieder samenzijn gescrumd. Een zeker gevoel van onbehagen nestelt zich in de ziel van de moderne arbeider.

De drie steunpilaren stutten onze onrust: de roes in het café of club na lange dagen werken om te ontladen, of we gaan met militaire discipline naar de sportschool om onze spieren te bollen als ballonen op zoek naar verlichting van ons aardse bestaan, of vullen de beuken van de yogaschool[3], iedereen op zoek naar zichzelf, op zoek naar zin. Op zoek naar wat het leven een extra dimensie kan geven, of om het werk vol te houden, om te blijven consumeren, zoals het kapitalisme dicteert. Iedereen alleen, allen op zichzelf.

Onder het beeld dat ik hierboven schets, ligt de these dat met hoe wij onze levens in Nederland leiden op dit moment, er veel ongelukkige mensen rondlopen. Dat komt door vervreemding. Hier had de grondlegger van het socialisme, Karl Marx (1818-1883), een helder idee over. Marx maakte zich zorgen over ‘vervreemding’; een gevoel van onbehagen dat jou niet meer verbindt met jouw arbeid, of met de mensen om jou heen. Die zijn namelijk alleen concurrenten van jou voor schaarse baantjes en liefdespartners. Religie, de hoeder van zingeving en spiritualiteit, biedt daarbij geen soelaas. Volgens Marx is dat ‘opium voor het volk’: het verdooft mensen, waardoor zij niet meer op zoek gaan naar betere omstandigheden voor elkaar.

Toch betoog ik dat we via deze vervreemding, of liever, de strijd ertegen, ook juist terechtkomen bij Marx als denker over spiritualiteit. Want al had hij een uitgesproken hekel aan godsdienst, als humanist geloofde hij wel in de verbondenheid tussen mensen en met de wereld. Zo is ook het kapitalistische consumentisme verworden tot een op hol geslagen poging een onverzadigbare leegte te vervullen, die van de onverbonden mensch. Het tegengestelde aan vervreemding wordt zo spiritualiteit. En het bestrijden van vervreemding veronderstelt een diepere verbinding met elkaar en met de wereld.

Spiritualiteit en een gevoel van verbondenheid aan elkaar schurken wel erg dicht aan tegen het ‘normen en waarden-verhaal’ van de confessionele partijen. Het is een beetje truttig en er hangt spruitjeslucht van de jaren vijftig omheen. Het terrein van zingeving in de politiek lijkt daarmee al geclaimd en botst met de instinctieve afkeer voor religie van de sociaaldemocraat. Den liberaal wil dat al dat zingeven zich in de persoonlijke sfeer afspeelt, waar de staat zich niet mee dient te bemoeien. Tot slot zagen PvdA’ers van de oude stempel de remedie tegen alle kwalen in werk, werk, werk. Mijn pleidooi is dat je een synthese maakt van deze posities.

Mijn verlangen zou zijn dat sociaal-democratische politici zich hardop zouden uitspreken tegen vervreemding en dat de politiek wél een zingevende dimensie geeft aan het leven. Volgens mij is daar een hele wereld te winnen. Spiritualiteit is  dus niet alleen het speelveld van partijen met religieuze wortels en niet alleen een individuele aangelegenheid. En alleen WERK, is niet genoeg. Zingeving bieden, zeker in een wereld die steeds meer individualiseert en vercommercialiseert, is zo langzamerhand meer noodzaak dan luxe.

 

Simon van der Sleen

Amsterdam, 5 november 2023

 

[1] Charles Péguy, ‘Notre Jeunesse’, Cahiers de la Quinzaine (Parijs 1910), blz. 27-28.

[2] https://www.bedrijvenbeleidinbeeld.nl/kerindicatoren/arbeidsproductiviteit#anker-1-nederland-in-top-10-wereldwijd

[3] Hier improviseer ik op woorden van Ferdinand Domela Nieuwenhuis, want ‘Wie kent niet zijn waarschuwing voor de drie K’s, als hij het kapitalisme onzer dagen hekelt, de drie K’s, steunpilaren van het kapitalisme, nl de Kerk, de Kazerne en de Kroeg?’ (Gedenkboek ter gelegenheid van den 70sten verjaardag van F. Domela Nieuwenhuis, 31 December 1916) blz. 34

Voor dit artikel liet ik mij inspireren door:

Andrew N. McKnight, ‘Reevaluating Marx and Spirituality: Emancipation and the Search for Meaning’, in Journal of Thought, Vol. 40, No. 1 (2005), blz. 61-78.

Thomas van Dijk, ‘Zet nou die afzuigkap uit’, in De Groene Amsterdammer, nummer 28-29.

Ewoud Kieft, Oorlogsenthousiasme. Europa 1900-1918, (Amsterdam 2015).

Met dank aan Arjanne Schaaf